Dode popjournalistiek van OOR en Volkskrant

17-11-2009 15:43

Als je je vak niet serieus neemt kun je op de volgende manier popjournalistiek bedrijven: schrijven over wat je wìlt horen en niet schrijven over wat je hoort. Dit aanmerkelijke onderscheid kom je nogal eens tegen. Het zegt veel over de gemakzucht van veel Nederlandse popjournalisten. In het eerste geval gaat de journalist uit van een constatering die niet helemaal strookt met het eindresultaat. Schrijven over wat je hoort vereist terughoudendheid, ervaring, kennis, tijd en inlevingsvermogen om de muziek eerst op je te laten inwerken vooraleer een oordeel te vellen.

Opvallend hoezeer recensenten uit de eerste categorie putten om het debuutalbum en het liveoptreden onlangs in Amsterdam van The Dead Weather neer te sabelen. De strekking van de recensies wordt snel duidelijk. The Dead Weather wordt verweten geen liedjes te maken. De rare kronkel hierbij is natuurlijk de veronderstelling van de scribent dat The Dead Weather overeenkomstig een of ander vermeend verwachtingspatroon en op grond van de voorgeschiedenis van sommige bandleden, liedjes met een kop en staart hadden moeten opnemen. Uh ja, hoezo? Waar staat dat geschreven? Volgens een muziekminkukel in OOR is het album ontstaan vanuit een opgewaardeerde jamsessie waaruit slechts één goede song is voortgekomen. Dat is het dan. Zou het misschien ook kunnen zijn dat de bandleden in plaats van songs schetsachtige sfeerblues wilden maken? Om maar eens wat te noemen.

Volkskrant
Tot tweemaal toe verwijt ook de Volkskrant The Dead Weather een gebrek aan goede songs. Toe maar. Recensenten Gijsbert Kamer en Menno Pot laten zich kennen als brave huisvaders die schrijven wat ze graag hadden wìllen horen en niet wat ze daadwerkelijk hoorden. Je moet maar durven.

The Dead Weather krijgt dus een lading kritiek van recensenten die hun eigen standpunt willen ‘horen’. Waarmee een curieus en excentriek album door twee veelgelezen periodieken vrij laks om zeep wordt geholpen. Ongehoord.