ThePostOnline

Hamas erkennen kan situatie niet verslechteren

11-11-2009 12:00

‘Maar Hamas is terroristisch’, zo luidt het argument tégen praten met Hamas. Bij nadenken ontstaan echter vooral argumenten vóór praten met Hamas. ‘Praten’ betekent in politieke zin dat Nederland de belangen van Hamas erkent. De vraag of Nederland de belangen van Hamas moet erkennen, is te evalueren aan de hand van vijf criteria.

Vijf criteria

Het eerste criterium is legitimiteit. Hamas erkennen kan alleen als de beweging doelstellingen nastreeft die binnen internationaal recht legitiem zijn. Israëls propagandisten vertellen dat Hamas ‘Israël wil vernietigen’, ‘omdat’ dit in Hamas’ 1988-statuten staat. Dezelfde propagandisten verzwijgen dat de huidige Hamas-leiders (Meshal; Haniya; Al-Zahar) verklaard hebben Israëls bestaan binnen de ‘1967-grenzen’ te accepteren (zie interview met Meshal in de Wall Street Journal). Dat komt overeen met hoe de internationale gemeenschap Israëls bestaan accepteert (zie VN-resoluties 242 en 338). Israël daarentegen accepteert de norm van de internationale gemeenschap níet. Vlijtig gaat het door met het koloniseren van Palestijns gebied.

Het tweede criterium is mandaat. Vanuit democratische bril bezien, moet Hamas bij meerderheid van stemmen gekozen zijn wil het de Palestijnse achterban kunnen vertegenwoordigen. Hamas begon als een verzetsorganisatie die participatie in formele politieke processen niet effectief achtte om de Palestijnen te bevrijden van Israël. Tegenwoordig ziet Hamas dat anders. De beweging deed mee aan de Palestijnse parlementsverkiezingen van 2006, en won van het rivaliserende Fatah.

Het derde criterium is betrouwbaarheid. Hamas moet te vertrouwen zijn in het uitvoeren van afspraken over vrede. Dat vertrouwen heeft Hamas niet kunnen verdienen, noch kunnen verkwanselen; ‘Hamas is terroristisch’, immers, ‘en daar maak je geen afspraken mee.’ Toch maakten Hamas en Israël een aantal relatief kleine afspraken, waarvan de in Nederland meest bekende het staakt-het-vuren van 2008 is. Hamas deed er alles aan deze deal na te leven. Israël verbrak de afspraak door op 4 november 2008 zeven Hamas-leden te bombarderen.

Een vierde criterium is vredelievendheid. Hamas heeft in de jaren ’90 zelfmoordaanslagen laten plegen op Israël, en recentelijk veredelde vuurwerkpijlen (‘Qassam-raketten’) op Israël afgeschoten. Dit geweld zou een reden zijn om Hamas af te wijzen als gesprekspartner als Hamas dit geweld uitvoerde buiten een context met een conflictlogica (‘jij-schiet-op-mij-dus-schiet-ik-op-jou’). De context is echter dat Israël sinds 1967 de Palestijnen illegaal bezet.

Palestijnse burgers worden systematisch door Israël vernederd, verdreven en vermoord. Israëls bezetting is daarbij gewelddadiger dan het Palestijnse verzet – tien keer zo gewelddadig, soms 100 keer zo gewelddadig, volgens de Israëlische mensenrechtenbeweging B’tselem. Conclusie: het is onlogisch om geweld als reden te nemen om Hamas af te zweren als gesprekspartner. Israël, de veel gewelddadigere bezetter, zweren we immers ook niet af als gesprekspartner. Overigens zeggen de Israëli’s chronisch te ‘treuren’ om de doden die ze de Palestijnen bezorgen. Maar ze zijn het toch echt zelf die keer op keer expres extreem geschut inzetten in extreem dichtbevolkte Palestijnse gebieden. Als Hamas een Israëlische bus zou opblazen, en dan zou zeggen te treuren om de gevallen passagiers, dan nemen we dat ook niet serieus.

Een vijfde criterium is effectiviteit. Israëlische en Westerse politici hebben nu lang geëxperimenteerd met Hamas uitsluiten. Voorheen werden ook andere Palestijnse organisaties standaard genegeerd dan wel ‘irrelevant’ verklaard, hoewel de PLO even de illusie mocht genieten serieus te worden genomen tijdens het Oslo-proces in de jaren ‘90. Het resultaat van Palestijnen uitsluiten is altijd hetzelfde geweest: Israëli’s gaan door met koloniseren van Palestijns gebied, Palestijnen gaan door met sterven. Hamas erkennen kan geen slechter resultaat opleveren. De veiligheid van het militair en politiek oppermachtige Israël kan in elk geval niet in het geding komen. Sterker, als Israël Hamas en de Palestijnse rechten erkent, dan kan die veiligheid optimaal worden. Want Hamas-leiders zeggen: stopt Israël met bezetten, dan stoppen wij met verzetten.

Lastpakstaat

Op basis van deze criteria kan dus alleen tot de conclusie worden gekomen dat er veel voor te zeggen is om met Hamas te praten. Het probleem is natuurlijk dat te weinig Israëlische en Westerse politici tot die conclusie willen komen.

Ondertussen doen ‘onze’ politieke leiders als Verhagen er alles aan om Israël, de Amerikanen, en de achterban maximaal te pleasen. Nederland wordt bijgevolg internationaal meer en meer gezien als een zogeheten ‘blocker state’: een enorm vervelende staat die altijd ‘nee’ zegt in stemmingen (van de EU bijvoorbeeld) die de Palestijnen moeten beschermen tegen Israëls permanente agressie. Steeds minder politici op Europees niveau accepteren Israëls ‘maar Hamas is terroristisch’-excuus, en de vertrappeling van de Palestijnen, en het versjacheren van internationaal recht; nu Verhagen c.s. nog.

Fadi Hirzalla is politicoloog en bestuurslid van het Nederlands Instituut Palestina/Israël (NIPI).  NIPI was een van de initiatiefnemers van de ‘praten met Hamas’-advertentie die verscheen in de NRC Handelsblad van 10 november jl.