ThePostOnline

De betwiste vrijheid van meningsuiting

06-05-2010 09:17

Wie durft tegenwoordig te pleiten voor het afschaffen van de vrijheid van meningsuiting? Enkele jaren geleden waren er her en der nog pleidooien te horen om de vrijheid van onderwijs af te schaffen en zelfs het verbod op discriminatie. Een enkeling durfde het zelfs aan om te bepleiten de vrijheid van religie maar af te schaffen. Dat heb ik bij de vrijheid van meningsuiting nog niet gehoord. Natuurlijk er zijn pleidooien om de vrijheid van meningsuiting te beperken, maar zelfs degenen die daartoe het lef hebben, komen woorden tekort om te benadrukken hoezeer zij houden van en belang hechten aan de vrijheid van meningsuiting. Het principe van de vrijheid van meningsuiting staat daarmee als een huis en zelfs de sterkste orkaan lijkt het niet omver te kunnen blazen. Integendeel, voortdurend wordt benadrukt dat de vrijheid van meningsuiting de kern is van onze democratie, meer nog van onze cultuur, Westerse waarden en identiteit.

Betwist maar niet bedreigd
Nou is de vrijheid van meningsuiting een transcendent begrip; het verwijst niet naar iets concreets, maar naar iets abstracts, iets dan groter is dan onszelf en tegelijkertijd de kern vormt van ons bestaan in het alhier. Om het concreet en tastbaar te maken en daarmee open voor betekenisgeving (en de betwisting daarover) heeft de vrijheid van meningsuiting martelaren gekregen in de personen van Pim Fortuyn en Theo van Gogh. De vrijheid van meningsuiting heeft haar reeks van heilige iconen; namelijk de Mohammed Cartoons. Kenmerk van iconen is dat zij niet zomaar staan voor de vrijheid van meningsuiting, maar dat zij de vrijheid van meningsuiting zelf zijn geworden en, omgekeerd, dat hun kenmerken ook weer de kenmerken zijn geworden van de vrijheid van meningsuiting. Natuurlijk is er censuur, maar probeer zelf even een afbeelding van de profeet Mohammed-in-berenpak van South Park te vinden. Het kostte mij 50 seconden. South Park speelde zelf al, geniaal, met zelfcensuur door de profeet niet te laten zien maar hem een berenpak aan te trekken. Die zelfgecensureerde afbeelding van de profeet werd vervolgens gecensureerd en is overal terug te vinden. Wat een zege voor de vrijheid van meningsuiting en wat een lange neus. Die martelaren en iconisering zijn belangrijk zoals gesteld want daarmee wordt de vrijheid van meningsuiting open voor betekenisgeving en tegelijkertijd ook voor twisten over die betekenisgeving. Vooral liberale secularisten lijken daarbij de opvatting te huldigen dat vrijheid van meningsuiting iets is dat geclaimd kan worden in plaats van toegekend. Maar als de claim van een absolute vrijheid van meningsuiting (dus zonder grenzen) tegenover die van anderen wordt gesteld die een nagenoeg onbeperkte vrijheid van godsdienst claimen of een onbeperkt verbod op discriminatie, dan zal dat debat alleen maar leiden tot patstellingen in plaats van oplossingen.

Gevalletje censuur en DeJaap
Een recente discussie DeJaap naar aanleiding van een gevalletje censuur van de South Park aflevering met de profeet Mohammed is exemplarisch. Dit gevalletje censuur gebeurde na dreigementen door radicale moslims… twee om precies te zijn. Joep Smaling stelde daarbij het volgende:

De bewijzen stapelen zich op: bijna iedere dag vindt er wel ergens een zelfmoordaanslag plaats. Criticasters als Wilders, Hirsi Ali, Westergaard, Rusdie en nu zelfs de makers van South Park, moeten en zullen buigen voor de wetten van de radicale islam. De critici krijgen keer op keer gelijk. Maak in een cartoon duidelijk dat de islam velen tot geweld inspireert en je krijgt een golf van haat over je heen. Het pijnlijkste: de rij van bange politici en intellectuelen die zelfcensuur toepassen (onder het mom van ‘moraliteit’) en diegenen die dat niet doen en bedreigd worden, wordt steeds langer.

Wat is de toekomst van het vrije woord? Overheden kunnen moeilijk iedereen met een pittige mening gaan beveiligen. Daar ligt de oplossing niet. De enige uitweg, het enige verzet dat vruchtbaar zal blijken, is massale solidariteit. Een enkel moedig individu dat de islam openbaar durft te kritiseren is weerloos en een makkelijk doelwit. Wordt het massaal gedaan en tonen media en andere partijen onderlinge verbondenheid, dan hebben de barbaren geen kans. Of toch wel: eventueel kunnen ze hun acties uitbreiden, bomaanslagen plegen, nog meer dood en verderf zaaien. Dan zal het leger moeten optreden. Het westen heeft maar een keuze: solidair verzet of knielen, een middenweg is er niet.

In feite roept Smaling daarbij op tot solidariteit met de bedreigden of zelfs oorlog tegen de ‘vijfde colonne’ die volgens hem daadwerkelijk actief is in Nederland bijvoorbeeld in de Moslimbroederschap. De reactie, ook op De Jaap, van Linda Duits was spot on:

Het stuk van Joep Smaling is debiel vanwege de gechargeerde samenvoegingen die het bevat. Mensen die zeggen dat vrijheid van meningsuiting niet betekent dat je respect en fatsoen moet laten varen, worden door Smaling weggezet als tegenstanders van die vrijheid van meningsuiting. Hij noemt ze medestrijders van radicale islamieten. Hij maakt geen onderscheid tussen Islam en radicale Islam, tussen orthodoxe en militante Moslims. De aanwezigheid van Het Moslimbroederschap in Nederland is voor hem bewijs dat de vijand die Islam heet er in slaagt de Westerse samenleving van binnenuit uit te hollen.

Het stuk is onzinnig vanwege die apocalyptische visie op de staat waarin vrijheid verkeert in Nederland. Naast het feitelijk maken van een vijfde colonne, doet Smaling alsof er in Nederland een taboe heerst op zeggen wat je denkt. Critici van Islam zouden hun hoofd buigen en hun mond houden. Smaling zelf is als dat kleine dorpje in Gallië echter dapper. Hij durft wel nou eindelijk eens te zeggen waar het op staat. Applaus voor Smaling, ridder van het vrije woord. Smaling doorbreekt echter helemaal geen taboe. Op vele plaatsen spreken mensen dezelfde angst uit als Smaling. Op vele plaatsen wordt de Islam bekritiseerd. De vrijheid van meningsuiting wordt in Nederland uitgebreid verdedigd en besproken. Dat deze een farce zou zijn is niet waar.

Wat Smaling inderdaad doet is de vrijheid van meningsuiting verbinden aan de ‘ons’ categorie en intolerantie aan de ‘zij’ categorie: moslims. Daarmee hanteert hij een opvatting van de vrijheid van meningsuiting die als een recht dat geclaimd kan (en moet) worden in plaats van iets dat toegekend kan worden om een arena van vrije discussie te genereren en gewelddadige conflicten te voorkomen. Opvallend is daarbij dat destijds het publiceren van de Mohammed cartoons op basis van de vrijheid van meningsuiting juist leidde tot enkele gewelddadigheden in het Midden-Oosten. Verbonden met die vrijheid van meningsuiting als claim is het punt dat zowel religieuzen als secularisten de publieke ruimte betreden met claims van hun eigenheid, in het geval van Smaling en anderen is de vrijheid van meningsuiting centraal in die eigenheid. Daar horen moralistische claims en eisen bij zoals een teken van moslims dat zij hun loyaliteit aan de vrijheid van meningsuiting betuigen en daarmee aan ‘onze’ waarden en zo het sein afgeven dat zij aan de ‘goede’ kant staan. De vrijheid van meningsuiting krijgt daarmee totalitaire trekjes en komt los te staan van de oorspronkelijke bedoeling van vreedzame conflictbeslechting en kritisch debat in een open democratie. Zo stelde Hirsi Ali naar aanleiding van de rustige reacties van moslimorganisaties op de film Fitna:

Fitna heeft zijn waarde al bewezen. En het blijft niet bij de wijze woorden van Aboutaleb alleen; andere islamitische groepen in Nederland zijn al bezig een tegenfilm te maken. Een tegenfilm, geen bloedvergieten! Woorden met woorden, beelden met beelden. Provocatie werkt dus.

Zes jaar geleden vond Aboutaleb kritische vragen over de islam ‘pissen in het eigen nest’. En nu spreekt hij de enige juiste woorden. Zonder provocerende vragen te stellen, hadden we dit nooit bereikt.

Het afwijzen van kritiek op islam is dus fout en Aboutaleb’s reactie laat zien dat hij dat geleerd zou hebben na de vele provocaties. Of, zoals een reaguurder op Geenstijl recent zei, ‘bek houden en eelt kweken’. De vrijheid van meningsuiting wordt ingezet om moslims de mond te snoeren in een situatie, mede geschapen door de zogenaamde islam-critici, waarin de wij-zij tegenstelling hoogtij viert. Dat verklaart waarschijnlijk mede de denigrerende reacties aan het adres van Linda Duits, niet in het minst door Joep Smaling zelf in zijn repliek:

Zoals een collega erudiet omschreef: daarvan moet ik in een hoekje gaan staan kotsen. Puur uit onbegrip en machteloosheid. Als ik een radicale islamiet was zou ik nu hele nare dingen met Linda willen doen, er zijn veel precedenten die tot de verbeelding spreken, maar dat ben ik niet. Ik kan een betoog gaan houden en argumenteren tot ik blauw zie, maar waarom zou ik niet gewoon de feiten laten spreken? Daaraan vooraf wil ik – genuanceerd als ik ben – toevoegen: feiten hebben duiding nodig en moeten in de context geplaatst worden. Toch neemt dat niet weg dat concrete aanvallen op het vrije woord alomtegenwoordig zijn.

[…]

Ik kan natuurlijk nog even doorgaan, maar ik hoop dat mijn punt duidelijk is. De vrijheid van meningsuiting staat onder druk. Natuurlijk zijn er ook bedreigingen geuit door niet-moslims. Ook zij brengen het vrije woord in gevaar. Zelfs Wilders, met zijn domme oproep de Koran te verbieden, is een bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting.
Is mijn visie apocalyptisch? Misschien, maar is de werkelijkheid en de toekomst van het vrije woord niet in gevaar? Zeer zeker. Wil je dat ontkennen? Prima, maar besef wel dat je de vrijheid van meningsuiting in de rug steekt.

Natuurlijk zegt Duits: “Dat doet niets af aan het belang die vrijheid van meningsuiting te beschermen. Het doet niets af aan het belang doodsbedreiging te veroordelen. Ik sta daar vierkant achter.” Het is een nogal aparte manier van er vierkant achter staan. Het is tegelijk een hele typische manier van ‘er achter staan.’ Op die manier staan heel veel mensen ‘achter’ de vrijheid van meningsuiting. Het is het bagatelliseren van de feiten, het in de steek laten van die vrijheid, het voor lief nemen van die vrijheid en maar niet willen inzien dat die onder druk staat.

In feite wordt daarmee de integriteit van Duits in twijfel getrokken; een nogal laag bij de grondse streek voor iemand die inderdaad zeer eenzijdig het probleem bij de moslim legt. Als Smaling serieus zou zijn geweest in zijn verdediging van de vrijheid van meningsuiting had hij ook de dreigementen richting Abdul-Jabbar van de Ven meegenomen, de pogingen om Khalid Yasin het spreken onmogelijk te maken, de geslaagde poging om Tariq Ramadan eruit te werken, de inmiddels indrukwekkende reeks van brandstichtingen van moskeeën, het feit dat ik (schreef de gek) schijnbaar geen lezing op de VU kan houden zonder dat er extra beveiliging moet zijn vanwege reacties uit radicaal-rechtse hoek of het feit dat Geenstijl bewust naar mijn en andere websites linkt om die plat te leggen, de oproepen in het verleden om de AEL te verbieden (alvoor die in Nederland gevestigd was), het uitzetten van imams omdat hun preken onwelgevallig zouden zijn, de commotie over de ‘banned frank’ kaart van boomerang, de veroordeling in het parlement van de politie die het gewaagd had om een student te arresteren die jihad-vlaggen weg had gehaald en zo kunnen we nog wel even door gaan. Niets van dat alles. Met name de controverse over de jihad-vlaggen en Anne Frank tonen aan dat ook aan seculiere zijde mensen beledigd kunnen worden en actie ondernemen om hun gevoel maatgevend te maken voor wat er in een publieke ruimte te zien of te horen mag zijn. Of zijn die inperkingen van de vrijheid van meningsuiting wel legitiem? En wat te denken van andere vormen van beperking zoals de wetgeving over copyright, sex met kinderen, belediging, smaad en laster enzovoorts.

Uit balans
De grootste bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting zijn niet zozeer de radicale moslims met (hun dreiging van) geweld; zij maken de waarde van de vrijheid van meningsuiting als heilig symbool alleen maar sterker. De grootste bedreiging wordt gevormd door degenen die de wij-zij tegenstellingen aanwakkeren door eerst over de kook te raken van dreigementen van twee moslims en vervolgens alle moslims daarvoor verantwoordelijk te maken. Zij sluiten hen buiten sluiten van onze morele gemeenschap en iedereen die een tussenpositie in neemt (of geen positie) wordt ingedeeld in het kamp van de vijand die uiteindelijk met geweld bevochten dient te worden.

De controverse die iedere keer ontstaat na publicatie van een van de Mohammed cartoons of ditmaal South Park (of de censuur daarop) is dan ook niet alleen te herleiden tot gekwetste gevoelens over de bespotting van een profeet die als dierbaar gezien wordt, maar ook tot pogingen van ‘verlichte Westerse denkers en staten’ om moslims en hun gevoeligheden te onderwerpen. Dit laatste zorgt ervoor dat er vaak een veel grotere groep moslims zich druk maakt in die controverse dan die enkele militante activist. Controverses zoals deze zijn onderdeel van een veel breder conflict over de inrichting en aanzicht van de publieke sfeer waarbij militante religieuze groepen zich weigeren neer te leggen bij het idee dat religie privé hoort te zijn en secularisten zich beijveren tot een homogenisering van de publieke sfeer door verdergaande secularisering en het eisen van loyaliteit aan een ideale voorstelling van wat westerse seculiere waarden zouden zijn.

Dat grondrechten (bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst en het verbod op discriminatie) voortdurend botsen, is geen probleem. Sterker nog, dat is het hele idee. Het gaat juist om het in balans houden van de verschillende rechten die mensen hebben en er voor te zorgen dat geen van de rechten absoluut wordt ten koste van de ander. Die erkenning lijkt er nauwelijks te zijn in het verhaal van mensen als Smaling. Integendeel er hoeven maar twee moslims iets te roepen over een televisieprogramma en men ervaart een zoveelste frontale aanval op de vrijheid van meningsuiting. Smaling manoeuvreert zich daarmee in de positie van slachtoffer, de onderliggende partij, precies zoals die twee radicale moslims die protesteerden tegen deze South Park-aflevering ook deden. Het is van beide zijden een tactiek in de publieke discussies die voorkomt dat men inhoudelijk moet in gaan op elkaars zaak (en daarmee onvermijdelijk nuances gaat aanbrengen zoals Linda Duits wel doet). Het is een tactiek die ertoe leidt dat de mening van de ander irrelevant wordt als zijnde een kwestie van intolerantie, haat, angst en irrationeel gedrag; niet de moeite waard om mee te discussiëren. Dit maakt de vrijheid van meningsuiting tot een volledig leeg en overbodig begrip; daar zit wel degelijk een dreiging dus voor de vrijheid van meningsuiting. Temeer omdat seclaristen een overheid achter zich hebben die wel degelijk vooral (maar zeker niet alleen) moslims de dupe maakt van een bestrijding van radicale ideeën (bijvoorbeeld door de uitzettingen en politici die proberen bepaalde geestelijke leiders tegen te houden, het boerka/niqaab verbod, veroordelingen tot terrorisme mede op basis van het hebben van jihad-lectuur). Dat maakt hen gevaarlijker voor de vrijheid van meningsuiting dan die twee moslims die boos waren over South Park.

Martijn de Koning schreef al eerder over een stuk naar aanleiding van de genoemde discussie op DeJaap; ook de status van sociaal-wetenschappelijke kennis kwam daar namelijk aan bod. Daar kunt u hier over lezen.