Interview: Antonie Kamerling (I.M.)

07-10-2010 10:54

Afgelopen woensdagmiddag 6 oktober maakte de 44-jarige acteur Antonie Kamerling een einde aan zijn leven. Hij liet zijn vrouw Isa Hoes en twee kinderen achter. Kamerling had al vaker laten doorschemeren depressief te zijn. Isa Hoes laat in een bericht weten dat “geboden hulp niet meer mocht baten”. In oktober 2007 interviewde ik Antonie Kamerling voor het dagblad Spits over zijn televisieprogramma ‘Jonge mensen op weg naar het concertpodium’. “Ik kan mijn emoties juist uiten in het acteren en in de muziek.

Op de een of andere manier voldoet de oude Amerikaan waar Antonie Kamerling (41) in rijdt perfect aan de verwachting. Het image van “vrije jongen” is hem haast voorbijgesneld en los van zijn auto straalt die vrijheid gewoonweg van hem af: nochalant kapsel, stoppelbaardje, versleten sneakers, simpel truitje en een mobiele telefoon uit het jaar nul. Dit is duidelijk geen man van het kaliber filmster, al mocht hij meerdere malen een rolletje spelen in een heuse Hollywood-productie (Excorcist: The Beginning). “Maar in een programma als Sterren Dansen op het IJs zul je me niet snel zien” laat hij direct weten. Waar hij vanaf vrijdag wel in is te zien, is het Avro-televisieprogramma Jonge mensen op weg naar het concertpodium waarin hij jonge muzikanten volgt in een poging een muziekconcours te winnen.

Passie
“De passie die ik bij die jonge mensen zie herken ik zeker, maar dat betekent niet dat ik weer terug zal keren naar de wereld van klassieke muziek. De foutmarges zijn daar gewoon te klein. Ik kan me herinneren dat ik vroeger wel eens een huiskamerconcert gaf en dat mijn vingers van de zenuwen van de toetsen gleden. Dat kan natuurlijk niet bij een pianostuk. Als acteur heb ik daar veel minder last van. Zo ben ik eens tijdens de musical Turks Fruit van de Pepsi-stage afgelazerd en was er niemand die dat door had. Tijdens het acteren is er gewoon ruimte voor improvisatie.”

En die ruimte heeft hij nodig zegt hij. Want Kamerling is een man die altijd last heeft van onzekerheid en faalangst. Tijdens Turks Fruit durfde hij soms gewoon het podium niet op. Maar als hij er eenmaal stond, was het na drie minuten weer fantastisch. En deze tegenstrijdigheid loopt als een rode draad door zijn leven. Aan de ene kant is hij onzeker en vreest hij de mislukking, aan de andere kant kan hij niets anders dan doen wat zijn hart hem ingeeft.

Extreem onzeker
“Jezelf verloochenen door iets te doen wat je eigenlijk niet wilt is ook niet prettig en ik denk eigenlijk dat naarmate een mens verder groeit in zijn ontwikkeling het op een gegeven moment niets meer uitmaakt wat mensen van je vinden. Mij kan het nog steeds wel wat schelen hoe mensen over mij denken, helaas, maar het wordt wel steeds minder.

“Ik ben extreem onzeker geweest. Ongeveer een half jaar nadat mijn zoon geboren was, begon dat beter te worden. Bij Turks Fruit heb ik een grote stap voor mezelf gezet want toen ben ik mezelf voor het eerst gaan accepteren als acteur. Voor het eerst na vijftien jaar acteren kon ik mezelf ook zo zien. Dat heeft altijd te maken gehad met die onzekerheid. Bij Turks Fruit dacht ik: jongens, jullie mogen me goed vinden of niet, maar ik kan er niet meer omheen dat ik een echte acteur ben. En eigenlijk is het totaal niet meer ondraaglijk die onzekerheid. Maar daar heb ik wel hard voor moeten werken.

“Wat dat betreft is acteren een raar vak. Je gaat niet alleen met je billen bloot, maar ook met je ziel. Wellicht ben ik daarom acteur geworden en houd ik daarom zoveel van piano spelen: ik heb moeite mezelf bloot te geven en kan mijn emoties juist uiten in de muziek en in het acteren.”

Gewoon Antonie
Desalniettemin zal het presenteren van een televisieprogramma, iets wat hij nog nooit gedaan heeft, niet van een leien dakje gaan. Een programma maken en het presenteren, zeker in de documentairestijl van Jonge mensen op weg naar het concertpodium, is duidelijk niet hetzelfde als acteren. Dat bleek ook wel tijdens de opnames.

“Eigenlijk dacht ik: ik hoef me niet voor te bereiden, want ik ben gewoon Antonie. Zo was ik ook gevraagd door de directeur van het conours, die wist dat ik uit een muzikale familie kom. Toen bleek dat interviewen een vak apart is, al helemaal voor de documentairestijl waarin ze filmden. Elke scene waar ik doorheen lulde was meteen niet meer bruikbaar.

“De twee regisseuses van het programma zijn zelf documentairemakers. Ik ben er ingestapt vanuit een passie voor muziek, dus ik had vaak hele andere interesses dan zij. Dat ging wel een beetje wringen op een gegeven moment. Zij spraken dat niet uit en ik ook niet, terwijl we wel voelden dat het ergens niet lekker ging. Na een goed gesprek zeiden ze: ‘Ergens balen we wel dat jij er tussen zit’. We zijn toen meer gaan communiceren en er uiteindelijk prima samen uitgekomen, maar dat gevoel van een vreemde eend in de bijt zijn was toch wel pijnlijk.

“Gelukkig is het een mooie serie geworden. Zelf vind ik het vooral een serie die niet persé bedoeld is voor mensen die in muziek geïnteresseerd zijn, maar vooral een serie die gaat over het naleven van je dromen en het volgen van je passie. Dat is voor mij, en voor heel veel andere mensen, een prachtig en boeiend onderwerp.”

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in dagblad Spits.