Column

Het journalistieke dieptepunt van 2010: NRC Handelsblad

31-12-2010 08:57

Het journalistieke dieptepunt in 2010 was natuurlijk NRC Handelsblad, NRC Handelsblad, NRC Handelsblad en NRC Handelsblad. Het is onvoorstelbaar dat zoveel mensen totaal niets willen weten van een nieuwe generatie of jongerencultuur en zonder enige gêne al hun zo geroemde “normen en waarden der journalistiek” negeren om consequent hun haat tegen alles wat met internet en de vrije mening te maken heeft te etaleren. Toen bekend werd dat ik als een misdadiger door de politie was verhoord omdat ik iemand had geciteerd en daarbij ook nog eens het misdadige stijlmiddel ironie had gebruikt, sprak iedereen daar terecht zijn afschuw over uit. Zeker in de journalistieke wereld begreep men dat het verhoren van een ironische citaatverspreider een afgrijselijke vorm van meningsuitingbeknotting is die desatreuze gevolgen voor het toekomstige open debat en de journalistiek kan hebben.

NRC Handelsblad niet. Het blad dat notabene de column plaatst van Youp van ‘t Hek, die enige tijd daarvoor nog letterlijk opriep tot het bombarderen van het huis inclusief compleet gezin van een Telegraaf-verslaggeefster, zag haar kans schoon om jaren van opgekropte frustratie en haat over dat nieuwe medium internet als diaree over mij heen te spuien. In een anoniem(!) hoofdredactioneel commentaar schreven de Folkert Jensma’s (Folkert Jensma is de man die destijds schreef dat Pim Fortuyn het beste uit deze maatschappij verwijderd kon worden, hetgeen de volgende dag gebeurde, en kwam daar in 2010 nogmaals overheen door doodleuk te stellen dat hij geen spijt had van die uitspraken maar het wel jammer vond dat men zo over hem heen was gevallen) dat het “wel goed zou zijn als een blogger zich bij de politie moet verantwoorden want de vrijheid van meningsuiting is niet absoluut, ook niet op het internet”.
Laat dit even tot u doordringen: een krant die zichzelf regelmatig met veel borstgeroffel “chique” en “kwaliteitscourant” noemt, zegt onomwonden (maar anoniem) helemaal niet zo van de vrije meningsuiting te houden en keurt het goed dat iemand voor het citeren van een nieuwswaardig citaat naar de politie moet.

Een krant en het verbieden van citeren goedkeuren, tocht het in uw hoofd nu ook zo?

Ironie
Maar voor mensen die bij NRC Handelsblad werken, bestaat de wereld nou eenmaal uit goed (ons journalisten die moeten strijden tegen extreem rechts en Wilders-stemmers) en fout (het internet want daar staan zomaar ongefilterde meningen zonder duiding van het niet-elitaire volk). Mensen die bij NRC werken haten het internet. Dat was al duidelijk, dat werd toen weer duidelijk en zal in de toekomst steeds duidelijker worden. Voor NRC geldt: de vrijheid van meningsuiting is goed, behalve als het om internetjournalisten gaat want dat is tuig. En Geenstijl.nl moet dood. Ja, dat is kennelijk ook fatsoen.

In een ultieme poging van wederhoor, er waren toen ook al opiniestukken in NRC verschenen van hoogbejaarde “rechtsgeleerden” die nog maar eens benadrukten dat een ironische mening op internet geven een heel andere zaak is dan bijvoorbeeld ironie in cabaret of literatuur (de dingen van hun generatie zeg maar), zond ik mijn eigen opiniestuk in. Strekking: als Youp van het Hek iemand mag doodwensen op een podium of in een kwaliteitscourant onder het motto “ironie” waarom mag de weblogger het dan niet?

Leuke dingen met integratie doen’
Helaas, zomaar een tegenmening geven en gebruik maken van de doorgaans zo gerespecteerde journalistieke mores was duidelijk niet de bedoeling. In dezelfde editie als waarin mijn opinie stond, verscheen op de achterpagina ook “toevallig” een groot stuk van ene Paul Steenhuis, wiens naam ik daarvoor nog nooit op de achterpagina had gezien. Daarin werd ik fijntjes kapotgeschreven, omdat ik zo fout was geweest iemand zomaar te citeren. Wat bleek: degene die de originele bedreiging aan Geert Wilders had getwitterd was een vriend van Paul Steenhuis. Vrienden van Paul Steenhuis kunnen niet fout zijn, aldus Paul Steenhuis. Citaat: “Hij had zijn bedreiging niet zo bedoeld en het is een ironische jongen die bovendien hele leuke dingen met integratie doet”.

Ik daarentegen was wel een misdadiger, want mijn ironie was niet als zodanig herkenbaar en bovendien had ik verzuimd de boel te nuanceren; de bedreiger in kwestie had kort daarna namelijk ook nog getwitterd dat hij het “niet zo had bedoeld” dus eigenlijk was er van bedreiging helemaal geen sprake.
Goh, alsof je een doorgeladen pistool naar een politicus stuurt en de volgende dag een briefje met: “Ik had het zo niet bedoeld”, en dan is iedereen weer goede vrienden. Yeah right.

Dubbele moraal
Maar dit stond dus wel achterop een “kwaliteitscourant” die kennelijk ineens was veranderd in oorlogspodium waar de vrienden van dreigtwitteraars zonder zich iets van de journalisitieke normen en waarden die ze altijd zo belangrijk vinden aan te trekken iemand kapot mogen schrijven. Waarbij ze geen strobreed in de weg wordt gelegd. (Overigens verscheen dit soort subjectieve nonsens ook op de zeer zwaar gesubsidieerde linkse “muziekwebsite” 3voor12.nl, waar de twitterbedreiger in kwestie in een “interview” nog maar eens uitgebreid de ruimte kreeg om te vertellen dat hij enorm ironisch was en verder hele leuke dingen met integratie en muziek deed. Waaruit maar weer blijkt dat het altijd goed is vriendjes te hebben in het gesubsidieerde circuit. Het liefst van het soort dat altijd als eerste klaar staat om anderen de morele maat te nemen als het om “rechtse” weblogs als Geenstijl.nl gaat.)

Maar was dat het dieptepunt? Wisten we niet al lang dat NRC Handelsblad een krant is voor mensen die zich moreel ver boven ieder verheven voelen en alles wat niet hun mening deelt tot in het diepste van hun ziel haten, ook al is daarvoor een dubbele moraal noodzakelijk? Was dat niet al duidelijk geworden door de onstellende, kennelijk onstuitbare, oplagedaling van NRC Handelsblad de afgelopen jaren? Lacht iedereen onder de 50 zich niet al jaren helemaal kapot om die tragische, achterhaalde, correcte, opgelegde wandelen-met-Joyce-Roodnat fatsoenstoon van NRC Handelsblad, het blad dat eigenlijk alleen wordt gelezen door juristen en magistraten die er inmiddels bekend om staan letterlijk niets te weten van internet?

De Belgische haat tegen het internet
Welnee. Het dieptepunt was het aantreden van de nieuwe hoofdredacteur Peter Vandermeersch. Ook een Belg, afkomstig van de concurrent van De Persgroep, Corelio. Ook deze nieuwe hoofdredacteur zou voor een frisse wind moeten zorgen. Even wat lucht in de paleizen van de vastgeroeste NRC-moraalpolitie. Een nieuwe hoofdredacteur voor een nieuwe tijd. Aan de slag met de befaamde Vlaamse voortvarendheid.

IJdele hoop. Vandermeersch bleek de haat van de vrije internetmening en de generatie van “nieuwe hufters” (een geuzennaam voor hen die internet gebruiken om hun mening kenbaar te maken, maar zich daarbij niet laten leiden door beknottende regels en rare codes maar gewoon rond ervoor uitkomen dat ze tendentieus, kwetsend en ongefundeerd zijn) juist te verpersoonlijken. Onder zijn leiding schreef een wederom anonieme scibent (Folkert, was jij het weer?) in een hoofdredactioneel commentaar pure laster en smaad over de Telegraaf Media Groep (TMG) nadat bekend was geworden dat deze Hyves had overgenomen. Er werd zelfs een toekomstig maar volledig verzonnen feit gepresenteerd dat TMG toch wel de privacy van Hyves-gebruikers zou gaan schenden. Zonder enige onderbouwing, zonder enig bewijs, werd daar gewoon een concurrent kapotgeschreven. Er stond nog net niet letterlijk: “De Telegraaf was immers ook fout in de oorlog”.
Niks journalistiek, niks normen, waarden en fatsoen, niks hoor en wederhoor, niks ironie. Pure haat en nijd. Er werd gewoon een strafrechtelijk feit gepleegd. Zonder dat de nieuwe hoofdredacteur ook maar iets van zich liet horen. Over “gebrek aan sociaal besef” gesproken.

Onvoorstelbaar tragisch
Niet zo heel veel later was Vandermeersch te gast in een Vlaams televisieprogramma waar hij samen met Bart Peeters, beter bekend als de Belgische Patty Brard, Pownews-verslaggever Rutger Castricum bestempelde als het nieuwe kwaad en de journalistiek van Powned zo ongeveer gelijkstelde aan het betere guerillawerk van de Farc. En dat is dus hoofdredacteur van een krant die elke dag weer zaken als hoor, wederhoor, check, dubbelcheck, feiten, relvantie en vooral fatsoen, respect, ehtisch en sociaal besef hoog in het vaandel laat wapperen. Onvoorstelbaar tragisch. Dieper kan een journalistiek dieptepunt niet zijn.

Of toch? Jawel hoor: tot op heden heb ik nog niets gehoord van Paul Steenhuis, ondanks het feit dat het blad HP/DeTijd achterhaalde dat Steenhuis’ vriend de Wilders-bedreiger een stuk minder ironisch was dan Steenhuis op de achterpagina van NRC deed voorkomen: de bedreiger in kwestie had Wilders namelijk al eens eerder bedreigd via twitter. Een merkwaardige vorm van ironie voor iemand die “zulke leuke dingen doet met integratie”.
Maar van Steenhuis tot op heden geen woord. Geen letter, geen mailtje, geen telefoontje, geen kik. Ook de nieuwe hoofdredacteur Vandermeersch, iemand die wel graag schijnt te praten met vertegenwoordigers van de online generatie, heb ik nadien niets vernomen.

Onwrikbare morele gelijkheid
En dat is wél het dieptepunt van 2010: dat een journalistieke organisatie als NRC Handelsblad uit pure rancune en frustratie een persoonlijke haatcampagne begint, daar gerust de vrijheid van meningsuiting en het citaatrecht voor offert, achteraf te bescheten en te laf is om excuses te maken, ondanks aantoonbare fouten.

Die eeuwige, onwrikbare morele gelijkheid van dit soort journalisten. Die superioriteit waardoor men zich nog altijd gevrijwaard voelt om in een tijd waarin zoiets reeds tot de middeleeuwen behoort in een “hoofdredactioneel commentaar” anoniem concurrenten en oponenten af te schrijven en voortdurend een persoonlijke visie op de rechtstaat (“Wilders is een fascist, het internet is extreem rechts, de enige echte rechtstaat bepalen wij”) bij de lezer overdwars door de strot te duwen. De achterhaalde gedachte dat hun journalistiek er nog altijd is om “het volk” op te voeden en de “democratie te beschermen”. Maar ondertussen wel blij de handjes op elkaar slaan als hun goed verkopende columnist Van ‘t Hek letterlijk oproept tot het bombarderen van een compleet gezin. Dat is dan wel ironie, begrijpt u wel, maar webloggers, dat zijn geen cabaretiers, dus webloggers hebben ineens géén recht van spreken en mogen voor hun ironie naar de rechter.

Driewerf bah.

Vrijheidshatende semi-dictators
Dát lieve lezers, dát is nou een dieptepunt. Dieper zinken dan NRC Handelsblad in 2010 is gezonken is onmogelijk. En als Derk Sauer hierdoor ook maar een seconde minder slaapt is dat al een hele winst. Want het is definitief oorlog tussen NRC Handelsblad, een NRC lezende natie van betweterige babyboomers, doorgaans rechters en OvJ’s, die persé weigert een nieuwe online cultuur te leren begrijpen, en webloggers zoals ik, waarvan er steeds meer zijn en vooral komen.

Wellicht dat die kluizenaars in hun ivoren torens zich nog kunnen verschuilen achter hun uit 1800 daterende wetboeken en hun ronkende maar muffe intellectualisme, de tijd is niet ver meer dat ook voor deze vrijheidshatende semi-dictators, die nog altijd de term “journalistiek” in Nederland in een links moralistiche greep gegijzeld houden, het doek voorgoed zal vallen. Is dat geen prachtige voorspelling voor 2011?

Lang leve het vrije woord, lang leve de ironie!

Dit artikel werd geschreven voor het jaaroverzicht van DeNieuweReporter.