Opwaarts mobiele moeilijke brillen

13-01-2011 09:00

Op Facebook las ik dat u zich vanavond afvraagt of progressieve krachten zich moeten verenigen. Dat progressieve moet wel iets heel bijzonders zijn als het een alliantie tussen ex-CPN’ers en kinderen van Thorbecke teweeg kan brengen dacht ik, een zoektocht naar uw gemeenschappelijkheid volgde. Zo stuitte ik op de volgende tekst van GroenLinks Rotterdam fractievoorzitter Arno Bonte.

“Er tekent zich een nieuwe politieke waterscheiding af: een tegenstelling tussen de optimisten en de pessimisten. De optimisten, de mensen die vooral de kansen zien in de veranderende samenleving, vind je bij GroenLinks, D66, VVD en (in iets mindere mate) bij de PvdA. En de pessimisten, de mensen die de veranderende samenleving vooral als bedreiging ervaren, vind je bij de PVV, SP, SGP en (in iets mindere mate) bij CDA en ChristenUnie.”

Dit moet het progressieve wat u bindt dus zijn. Een groep mensen die vooral de kansen zien in een veranderende samenleving. Ik zie uw hoofden niet, maar ik denk dat ze knikten bij de woorden van Bonte. Het staat eigenlijk ook al op uw verkiezingsposters: “Zin in de toekomst”, zeggen de Groenlinksers. “Europa, globalisering, kenniseconomie ja!”, zegt D66.

Hongkong
U bent optimistisch. U maakt zich wellicht zorgen over de internationale concurrentiepositie van Nederland, maar de centrale vraag is telkens: horen wij bij de top 10 of de top 5? Kan ons university college zich wel meten met Oxford?

U moet niets hebben van de anti-Europeanen, de globaliseringsontkenners. De bange boze man ziet Poolse chauffeurs, u ziet een internship in HongKong. U noemt de bange boze man conservatief, maar u bent progressief want niet bang voor veranderingen.

Ik denk dat u uzelf ten onrechte progressief noemt.

Industriele revolutie
Honderdvijftig jaar geleden raasde er ook verandering door Europa. De industriële revolutie bezorgde welvaart en verbond Europa met duizelingwekkende snelheid met de rest van de wereld. Voor de kapitalisten lag de wereld aan de voeten. Zij plukten de vruchten van deze welvaart. Zij hadden er zin in. Globalisering, ja!

En de rest, de rest was bang. Bang dat banen zouden verdwijnen. Bang dat het minimumloon zou dalen en de prijzen zouden stijgen. Bang dat machines het werk van de handen over zouden nemen en ze de volgende dag de laan uitgestuurd zouden worden. Toen stonden er progressieve partijen op om die bange mensen zekerheden te bieden. Want bestaanszekerheid gaf vrijheid. Daarom omarmen en steunden zij de bange mensen. De achterban van de progressieven waren de toekomstpessimisten. Daarom ontslagrecht. Daarom minimumloon. Daarom arbeidscontracten. Daarom AOW. Omdat niet iedereen daar zelf voor kan zorgen, en leven zonder zorgen vrijheid geeft.

U geeft graag af op dat behoudende conservatisme, maar in de strijd tegen onderdrukkende structuren stonden conservatieven en progressieven veel dichter bij elkaar dan bij de liberalen.

En het is dan ook niet toevallig dat vandaag de dag de socialist Richard Sennett veel van zijn analyses deelt met Balkenendes inspirator Amitai Etzioni. Beiden zien dat mensen die in een steeds grotere, onvoorspelbaardere en diversere wereld op zoek zijn naar houvast om hun leven zekerheid te geven.

Sennett spreekt over het onvermogen van veel mensen om hun eigen biografie te vertellen, om hun verhaal in een groter perspectief te plaatsen. U, de zelfbenoemde progressieven, kunt dat. Bange mensen kunnen dat niet meer. Zij ervaren de ontwikkelingen die hun leven ingrijpend veranderen als opgedrongen. Het moderne, flexibele kapitalisme heeft de gewone, tot een op drift geslagen mens gemaakt.

Misstanden in het MBO
Als u mij vraagt waar een progressieve partij anno 2011 voor zou moeten staan, zijn het opnieuw de mensen die onder grote, ongrijpbare structuren bezwijken. Mensen die bang zijn, en er niet op vertrouwen dat het volgend jaar beter gaat. Mensen die zonder te verhuizen of van baan te veranderen in een andere wereld terecht zijn gekomen waarin zij de weg niet kennen. Hen uitzwaaien en uitleveren aan partijen die deze angstgevoelens in politiek ressentiment is een slechte reactie.

Als u het mij vraagt, vertellen ware progressievelingen niet dat Europa goed is en alleen maar banen oplevert. Dat mag misschien feitelijk kloppen, maar men moet er dan ook bijvertellen dat het banen in de dienstensector oplevert en banen aan de onderkant kost. Het eerlijke verhaal van Europa, van de globalisering, is dat mensen eronder bezwijken als de overheid niet ingrijpt. Voor deze mensen moet een progressieve partij opkomen.

Als u het mij vraagt staan ware progressievelingen volgende week vrijdag niet op het Malieveld voor een hogere notering in de kenniseconomie-index, maar voor de aanpak van de enorme misstanden in de leerfabrieken die wij het MBO noemen.

Als u het mij vraagt staan ware progressievelingen niet te juichen bij meer migratie en een soepeler ontslagrecht, maar trekken zij het eerste aan de bel als de lasten hiervan bij de zwakkeren komen te liggen.

Lifestylepartij
Als een fusie tussen GroenLinks en D66 die progressieve partij oplevert, doe ik mee. Maar ik heb zo’n vaag vermoeden dat de gemeenschappelijkheid niet in een visie op emancipatie zit. Of het aan de staat, of aan het individu is om zekerheden te zoeken. Uw overeenkomstigheid is uw Motivaction-positionering.

Jan-Bert Vroege schreef op zijn weblog: “wat ons bindt is dat wij optimistisch en toekomstgericht zijn”. Wanneer uw gemeenschappelijke factor vanavond uw eigen toekomstpositivisme is, zou ik geen fusie adviseren. U leest wellicht dezelfde krant, houdt van dezelfde cabaretiers en draagt net zo’n bril als Jeroen Mirck, maar in navolging van Jan Nagels geraniumclubje een politieke partij op lifestyle baseren lijkt mij onverstandig.

Deze colum werd uitgesproken bij het fusiedebat D66 & GroenLinks afgelopen dinsdag.