ThePostOnline

Niks mis met net nationalisme

04-07-2011 14:00

Als je zo gek bent om de mediahitte rondom integratie, allochtonen en de multiculturele samenleving grotendeels tot je te nemen – en ik ben zo’n gestoorde – dan vraag je je op een gegeven moment af of al die scribenten en meningenmakelaars niet vergeten zijn een Aula Pocket ‘Psychologie’ aan te schaffen. Onder al die statistieken, scheldpartijen, loodzware symboliek, onbegrepen toenaderingspogingen, eindeloze beleidsnota’s, ronkende beginselverklaringen,  pretentieuze preken en resterende scheppen onbehagen zit een waarheid verscholen die ik ooit, via een schitterende docu over het “multiculturele” New York, uit onverdachte bron mocht meepikken. De bron in kwestie gaf succesvolle trainingen voor jonge kinderen op “gemengde scholen”. Streven? Ze te trainen in tolerantie en niet langer, zoals volwassenen ook nog dikwijls doen, te laten vervallen in “jij bleekscheet”, “jij, nikker!” of “jij spleetoog!”. Opdat de sfeer op de school aanmerkelijk zou verbeteren en de ruimte om te leren, elkaar te stimuleren, zou toenemen.


Pure praktijkkennis
Het fijne was: de wijsheid kwam niet uit het moreel verkrampte Nederland, maar uit het levende laboratorium dat “New York” heet. Er waren geen commissies die over het hoofd van de bron meekeken en met subsidiestromen in de aanslag wilden straffen of belonen. Er was, althans niet zichtbaar, sprake van een ‘beleid’ met vermaledijde “doelstellingen” en gruwelijke “procesmanagers” die moesten controleren of het beleid wel de juiste kant op ging en de gewenste effecten sorteerde. Nee, er was alleen maar die bron en haar collega, die samen een team hadden opgezet om, uit een geheel persoonlijk motief van “het moet anders!”, aan jonge kinderen iets te leren. Vanaf het moment dat hun aanpak bleek te werken, werden ze, hoe logisch (!), door een stortvloed aan scholen gebeld om ook daar hun bijkans magische diensten aan te bieden. En ook daar aan schoolkinderen het elementaire besef bij te brengen dat “anders” niet automatisch “slechter” betekent. Met andere woorden: alles wat de bron meldde, was pure praktijkkennis. Ongefilterd door enigerlei ideologie of non-productieve links-rechts tegenstelling.

Aandacht voor waar je vandaan komt
Oké. Ik heb u even in de wacht gezet (heel bewust, geduld is een schone zaak!), maar hier komt-ie. Wat zei die onverdachte bron uit New York dan precies? Wat zei die vrouwelijke trainer, die dagelijks in de hectische krochten van de lagere scholen in New York bivakkeert? En die telkens weer het gevecht aan gaat met de klieren die stompen, schelden en vernederen? “Tolerantie heeft met innerlijke kracht te maken. Als je innerlijk niet krachtig genoeg bent, als je niet het gevoel hebt dat je van waarde bent en een eigen plek hebt, dan is de ruimte om de ander ‘toe te laten’ heel klein. Het belangrijkste in mijn werk is dan ook om kinderen innerlijke kracht en trots te geven. Naarmate je zelf steviger staat, voel je het steeds minder als en bedreiging als anderen ook stevig staan. En heb je steeds minder de behoefte om  kinderen van een andere groep of een ander ras scheldend of stompend te bejegenen. En die innerlijke kracht, die noodzakelijke trots, begint met gezonde aandacht voor wie je zelf bent aan waar je vandaan komt. Het besef van een eigen plek, een eigen historie.”

Het antiracistische gif
Tja. Innerlijke kracht. Aandacht voor je achtergrond. Het klinkt zo eenvoudig. Bijna té… Maar wie ben ik om een succesvolle trainer in New York tegen te spreken? En waarom zou ik, in godsnaam? Ze heeft namelijk gelijk. Honderd procent gelijk. Als Nederland al tekortschiet in tolerantie – en velen menen dat we daarvan minder tentoon spreiden dan beschavingstechnisch verwacht mocht worden -, dan is dat, vertaald uit het New Yorks van de trainer, vooral omdat alle bakens die we in Nederland nog over hadden, zijn afgeschaft, geridiculiseerd of op zijn minst uitgelachen. Waar zou je als Nederlander je innerlijke kracht nog aan kunnen of mogen ontlenen?

Als er één rottende invloed moet worden aangewezen, die elk gevoel van eigendunk of trots bewustzijn stelselmatig heeft uitgeroeid, dan is dat het gif van het antiracisme van, pakweg, de afgelopen veertig jaar wel geweest. Of het nu het volkslied is, de vaderlandse geschiedenis, de eigen taal, een onschuldige blijk van genegenheid voor dit achterdijkse lapje grond of, gewoon, een brok in de keel bij het Oranje-shirt, tot heel lang – en eigenlijk nog stééds – wordt elke vorm van nationalisme door de culturele elite als dom, provinciaals en achterhaald nagewezen. Wij, Nederlanders? Wat wij zijn? Wij zijn “niets”. Een non-identiteit. Hoera! En waar we vandaan komen? Ach, ‘nergens’! Dat is de “ruimdenkende” en”‘kosmopolitische” en van elke kritiek en debat gespeende visie die we decennia lang mooi, correct en verlicht hebben gevonden, die we er nota bene met een gospelachtige blijheid bij de jeugd hebben in geramd, en dat is precies het vacuüm waarin wij ons land, en daarbinnen vooral de lageropgeleiden, aan het lot hebben overgelaten. (“Verzin zelf maar wat of wie je bent! Sleutel wat in elkaar!”)  Hoe vaak kom ik geen lieve, intelligente, goed bedoelende vegetariërs en activisten tegen die bij het woord “wortels” al rillingen over hun rug voelen lopen; ze vinden het, verklaren ze bleekjes rond de konen, een “eng woord”.  Ik denk dan: hoe kun je goed met vreemde “wortels” omgaan, als je vindt dat je zelf geen “wortels” mag hebben, of dat ze stinken? Zo roep je het onheil over jezelf af.

Weg-met-ons-mentaliteit
Uitgaand van de praktijklessen in New York is gezonde aandacht voor je eigen land, je eigen afkomst en je eigen geschiedenis, een uitstekend startpunt om innerlijke kracht en tolerantie te ontwikkelen. (Ik benadruk: stártpunt!) Vul tenslotte, beste lezer, zelf maar in wie deze aandacht (dit startpunt, dus…) jarenlang in een kwaad daglicht hebben gesteld en andere culturen op een belachelijk paard van heiligheid hebben gehesen, en je weet wie het huidige klimaat van intolerantie en geestelijke desoriëntatie, op z’n minst voor een aanzienlijk deel, gezaaid heeft.
De ooit zo populaire weg-met-ons-mentaliteit (die een rabiate blogger van de Vrije Universiteit zelfs tot zijn kernwaarden rekent ) is niets minder dan een uiterst destructieve vorm van decadentie.

 

Hans van Willigenburg heeft niet bepaald een liefdevolle relatie met Nederland, maar waarom zou hij zich schamen dat er achter die gebrouilleerdheid  hoogstwaarschijnlijk een hartstochtelijke vorm van vaderlandsliefde schuilgaat? Zijn laatste boek heet “Dit is NL”.