Makkelijke meningen in Israël-debat

27-10-2011 11:00

Miko Flohr hekelde vorige week op DeJaap  het totaal gepolariseerde debat over Israel en de Palestijnen. Hij schreef: “Laat het woord Israël vallen, en gans Nederland levert collectief het volledige kritisch denkvermogen en twintig punten van het IQ in. Als de situatie zo eenduidig zou zijn als beide borreltafelkampen hem voor zouden stellen, was het probleem allang opgelost.” Ja, dat gevoel bekruipt mij ook weleens. Hij besluit met de oproep eens ‘gek te doen’ en ‘te luisteren naar wat anderen te zeggen hebben in plaats van naar wat je zelf graag wil horen’. Amen. Het is alleen jammer en ook ietwat ongeloofwaardig dat hij daar zelf totaal niet naar handelt. Zo stelt hij: “De Palestijnen zijn in 1948 simpelweg het beloofde land uit gedreven, en dat heeft diepe en blijvende wonden geslagen in die gemeenschap”, zonder dit verder te onderbouwen.

In de reacties spreekt iemand hem wat dat betreft tegen, door erop te wijzen dat een groot deel van de Palestijnse vluchtelingen niet met geweld is verdreven maar om andere redenen vluchtte. Diegene bevestigt, aldus Flohr, zijn gelijk en wordt onmiddellijk afgeserveerd. Ook met andere critici is hij snel klaar. Ze willen niet luisteren en komen met ‘details’ aanzetten. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Als je zelf heel stellig iets beweert, en daarbij nogal een beschuldiging uit, is het natuurlijk niet meer dan terecht dat mensen je daarop aanspreken. Als het zo’n detail was, waarom het dan überhaupt vermelden? Omdat je niet zonder fatsoen een stukje kunt schrijven over Israël waarin je niet een paar stevige beschuldigingen uit om te laten zien dat je heus geen zionistenvriend bent?

Radicaal experiment
Voor de duidelijkheid: ik waardeer het dat iemand probeert om onafhankelijk van de strijdende partijen te blijven en ook probeert om een oplossing te vinden en niet in het verleden te blijven hangen. Maar ik waardeer het niet wanneer iemand anderen in stevige bewoordingen de maat neemt omdat ze niet luisteren en dan zelf hetzelfde blijkt te doen. Zelf duikt hij daarbij ook onmiddellijk het verleden in en spreekt van Israël als “radicaal experiment van de twintigste-eeuwse maakbaarheidswaanzin gecombineerd met een negentiende-eeuwse, nationalistische preoccupatie met oorsprong.” Klinkt geleerd, maar het wordt verder op geen enkele manier onderbouwd terwijl het wel allemaal akelige associaties oproept. De conclusie dat Israel een mislukt experiment is dat maar beëindigd moet worden ligt niet ver weg. Zijn op deze manier overigens niet alle natie-staten een product van het negentiende-eeuwse nationalisme met zijn preoccupatie met oorsprong?

Zo slecht nog niet
Waarom geldt dat in het bijzonder voor Israël? Er zijn veel landen waar minderheden er slechter aan toe zijn, waar meer en akeliger nationalisten rondlopen (Rusland bijvoorbeeld) en waar mensen minstens zo bezig zijn met hun oorsprong. Israël is vooral het product van het harde werken van de zionisten, het opbouwen en aankopen en later verdedigen van het land, het organiseren van Joodse immigratie tegen de wil van de Ottomanen, de lokale bevolking en in de laatste jaren ook van het Britse mandaat. De zionisten van het eerste uur waren voor een deel socialistisch georiënteerde idealisten die een nieuw en beter land wilden opbouwen, dat een light unto the nations zou zijn. Dat laatste is misschien mislukt, hoewel men het voor Midden-Oosterse begrippen niet slecht doet qua democratie, mensenrechten en de positie van minderheden. Maar Israel is niet nationalistischer en ook niet experimenteler of kunstmatiger dan andere landen in de regio, zoals pakweg Libanon, Irak of Jordanië.

Clichés
Een van de redenen dat het Israeldebat zo leeg is, is dat zoveel mensen er een mening over geven zonder zich erin te verdiepen. Ze weten waar het zionisme voor staat (eigen volk eerst), waar de Joodse religie voor staat (we zijn het uitverkoren volk), waarom er zoveel oorlog is (Israël is een rupsje nooitgenoeg) en waarom de VS Israël steunen (vanwege de oppermachtige Israëllobby die een fatsoenlijk debat onmogelijk maakt). Helaas ontkomt Flohr zelf ook niet aan dit soort clichés ondanks zijn poging daartoe.

Hamas
Nog een voorbeeld: Flohr schrijft “Natuurlijk, de situatie in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever is bizar, godgeklaagd, en tragisch”. Echt waar? Waag het niet te schrijven dat de situatie eigenlijk best meevalt, dat Palestijnen het in veel opzichten beter hebben dan de Arabieren in omliggende landen (levensverwachting, opleiding, gezondheidszorg) dat ze in Gaza absoluut niet verhongeren en een levensstandaard hebben die vergelijkbaar is met die van Turkije. Dat er geregeld nieuwe luxe winkelcentra en vakantieparadijzen worden gebouwd, en dat er vorige week opeens zat bouwmateriaal aanwezig bleek om in een paar dagen tijd megapodia uit de grond te stampen voor de grootste festiviteiten voor de dames en heren teruggekeerde terroristen. Voor zover de situatie in Gaza inderdaad ‘godgeklaagd en tragisch’ is ligt dat voor een groot deel aan Hamas, dat sinds 2007 alleenheerser in de Gazastrook is en steeds meer islamitische wetten invoert en de vrijheid van meningsuiting aan banden legt.

Ik deel Flohrs pleidooi om naar elkaar te luisteren en niet meteen de bekende stellingen te betrekken. Daar zou ik aan willen toevoegen om geen gespierde uitspraken te doen over zaken waar je eigenlijk weinig vanaf weet, en om mensen niet meteen in hokjes te stoppen (een manier om niet meer naar iemand te hoeven luisteren). Ook Flohr ontkomt niet aan de polarisatie in dit debat en aan de bekende clichés.