Een noodkreet uit Fukushima

04-11-2011 15:00

De wereld zit stil, leunt achterover en wacht rustig af tot de gevolgen van het nucleaire drama in Fukushima zichtbaar worden. Die zullen zich over een paar jaar, tientallen jaren wellicht, wel eens aandienen. Tegen die tijd weten we met zekerheid welke plaats Fukushima echt in de geschiedenisboeken krijgt. Maar ondertussen wonen er gewoon mensen op nog geen dertig kilometer van de kerncentrale. En klinken uit de Japanse provincie langzaamaan steeds meer wanhoopskreten.

Ruim acht maanden na de desastreuze aardbeving wil een selecte groep omwonenden van de omstreden kerncentrale Fukushima Daiichi niet meer afwachten. Het zijn de moeders, boeren, het treinpersoneel zelfs, die zich uit het Japanse keurslijf losrukken om de noodklok luiden. Maar ze worden niet gehoord.

Moeders van Fukushima
De eerste geluiden komen van de ‘Unie van moeders van Fukushima’. Ze komen  bijeen in een zaaltje in Fukushima-stad. Daar vertelt oprichtster Sachiko Sato dat ruim 500 moeders zich inmiddels hebben aangemeld. Ze zijn boos, woedend mag je wel zeggen. Ze vinden dat alle kinderen binnen een straal van 80 kilometer van de kerncentrale per direct weg moeten uit Fukushima.

Japanse kinderen mogen sinds kort blootstaan aan hogere straling dan kinderen elders op de wereld. De Japanse overheid heeft die limiet verhoogd. Totaal absurd, vinden de moeders. “Dus het is nu opens geoorloofd dat mijn kind ziek wordt? Als de overheid het zegt, dan is het goed. Zo werkt het in dit land”. De meerderheid van de moeders in Fukushima heeft geen idee wat er aan de hand is. De overheid laat ze in onzekerheid. Dus werd het tijd om zelf wat te doen, vond Sato.

De moeders reizen de hele prefectuur af om andere moeders te informeren over de gevaren. Ze leggen uit wat radioactieve straling is en wat het kan doen met het menselijk lichaam. Ze vertellen dat met name kinderen snel ziek kunnen worden als ze te lang blootgesteld zijn aan de straling. Iedereen is bezorgd, vertelt Sachiko Sato. Maar men weet simpelweg niet wat te doen. “Vrouwen durven er niet met elkaar over te praten en zwijgen als het graf, maar ondertussen gaan ze kapot van bezorgdheid.”

Valse hoop
De regering heeft onlangs de evacuatiezone met tien kilometer ingekort. Dat wil zeggen, het wordt niet meer afgeraden om op dertig kilometer van de kerncentrale te wonen. Op twintig kilometer wel. Met andere woorden: het is weer veilig, jullie kunnen terug naar huis. Veel mensen, waaronder gezinnen met kinderen, volgden dat advies braaf op. “Ze geven ons steeds valse hoop”, aldus Sato.

Een vader uit Fukushima huurde vorige maand op eigen houtje een ruimte boven een winkel, waar hij kinderen gratis test op straling. Hij kocht meetinstrumenten en las zich grondig in. Hij nodigde een Duitse hoogleraar stralingskunde uit om een lezing te geven. De opkomst was groot. Hij test ook voedsel. Iedere dag koopt hij een willekeurig product en onderwerpt het aan een grondige inspectie. Zo mat hij extreem hoge stralingswaarden in paddestoelen, die gewoon in de winkels liggen.

Conducteurs
Bij diezelfde bijeenkomst van de moedersunie, spreekt ook de voorzitter van de Japan Railways-protestbeweging. Machinisten en conducteurs maken zich zorgen, is zijn boodschap. Ze rijden dagelijks op hun trein door Fukushima en weten niet hoe ze zich moeten beschermen tegen radioactieve straling. Ze overwegen een staking, maar het is nog te moeilijk collega’s de noodzaak daarvan te doen inzien.

De opstandelingen blijven – op z’n Japans – nog bescheiden in hun eisen. Het gaat ze er niet om dat de hele provincie Fukushima moet worden geëvacueerd. Ze willen louter dat mensen goed geïnformeerd worden, zodat ze zelf de keuze kunnen maken te vertrekken of niet.

Zwijgende overheid, zwijgende wereld
En dat is in de eerste plaats natuurlijk de taak van de Japanse overheid. Zij dient alle informatie die bekend is over de gevaren van de straling te verstrekken aan omwonenden. Maar het blijft stil. En terwijl de autoriteiten de kop in het zand steken, blijft het ook in de rest van de wereld stil. Want waar is de international gemeenschap? Waar is de VN? En waar zijn de NGO’s? Als zich een ramp voordoet met zichtbare gevolgen (noem een Haïti, een tsunami in het zuid-oosten van Azië, hongersnood in het westen van Afrika), dan staan talloze teams van non-gouvermentele organisaties in de rij om hulp te bieden. Niet in Fukushima.

In Fukushima zie je alleen het Japanse Rode Kruis doen wat in haar vermogen ligt. Eerste hulp bij evacuatie voor hen die het kunnen betalen. Ze verstrekken koelkasten, gasfornuizen en stofzuigers aan geevacueerden in tijdelijke woningen. Ze brachten spelcomputers naar scholen in Fukushima, opdat kinderen wat te doen hebben. Ze mogen namelijk niet buiten spelen vanwege stralingsrisico’s.

Retourtje evacuatiezone
Vorige maand faciliteerde het Rode Kruis een retourtje evacuatiezone voor de mensen die hun huis in maart acuut moesten verlaten. Ze mochten een paar uur terug om achtergelaten spullen op te halen. Het Rode Kruis gaf ze mondkapjes en plastic hoesjes voor de schoenen om overmatige straling tegen te houden. Maar als je medewerkers vraagt of zo’n mondkapje wel zin heeft, lees je twijfel van hun gezicht. Als je vraagt hoe gevaarlijk het daadwerkelijk is om zo dicht bij de kerncentrale te zijn, hebben ze geen antwoord. Ze weten het niet.

In de supermarkten is het al acht maanden Russisch roulette op de groente- en fruitafdeling. Niemand weet wat veilig is en wat niet. Of ze het water uit de kraan kunnen drinken, of niet. Waar blijven de hulporganisaties die accurate informatie kunnen geven over het effect van radioactieve straling op voedsel en grondwater?

Anti-kernenergie
Hoewel er in Japan steeds meer protest tegen kernenergie losbarst, heeft de tragiek in Fukushima op dit moment weinig te maken met een lobby tegen kernenergie. We hebben hier te maken met een tragisch ongeluk in een groot dichtbevolkt gebied dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid veel slachtoffers gaat maken.

Op kleine schaal komt in Fukushima weliswaar protest van de grond. Dat zegt veel, want zelfredzaamheid is in de gesloten Japanse samenleving geen vanzelfspekendheid. Die is geboren uit noodzaak. Maar de meeste mensen wachten tot de overheid ze bij de hand neemt. Doen de autoriteiten niets, dan blijven de Japanners zitten waar ze zitten. Straling of niet.

En wachten op de zichtbare gevolgen (we weten uit de geschiedenis dat die zichtbaar gaan worden) is zinloos, zonde, maar bovenal levensgevaarlijk. Voor of tegen kernenergie; Fukushima heeft nu hulp nodig.

Mitra Nazar is journaliste. Ze werkt onder andere voor RTV Utrecht, NCRV en de Wereldomroep. Momenteel reist ze door Azië.