De volstrekt willekeurige eindejaarslijst van Nederlandse releases – deel 1

12-12-2011 21:00

Het einde van het jaar is weer nabij. Iedereen met een mening over muziek heeft zich al gebogen over de eindejaarslijstjes of zit daar nog zwetend boven. Op welke plek de nieuwe PJ Harvey te zetten, wat te doen met James Blake of hoe hoog de laatste Elbow te plaatsen zijn de vragen die door het hoofd razen. En dus ook tijd om de balans wat betreft Nederlandse releases op te maken. Daarom hier onder een geheel willekeurige lijst zonder enige pretentie met enkel Nederlandse langspelers.

Melodische geluidsmuur
Op 100 Colors zet het Utrechtse Eins, Zwei Orchestra de afkeer van rechte lijnen en herhaling van architect en kunstenaar Friedensreich Hundertwasser om in geluid. Het levensverhaal van deze eigenzinnige man in de feedback lagen van de shoegaze. Leunend op bands als Medicine, My Bloody Valentine en His Name Is Alive zonder oubollig of passe te klinken. Voor een ieder die warmloopt voor een melodische geluidsmuur, waarin verschillende lijnen door elkaar zijn gebreid een aanrader.

Net als de soundtrack bij Arie Wubbo, De Ultieme Roadmovie (op papier), een soundtrack bij een boek. Joep van Son en Jelle van Veenen schreven samen negen nummers die in genre variëren van bubblegum tot shoegaze en powerpop in aansluiting op het boek. De plaat is echter perfect los van het boek te ervaren, geladen met een warme nostalgie biedt de soundtrack negen van de beste indiepopliedjes dit jaar in Nederland verschenen. Your Ego Might Grow, My Life Elixer, Everyday, allen popliedjes zoals popliedjes geschreven moeten worden; met refreintjes met weerhaken die zich vast zetten in het muzikale geheugen. Het zogenaamde Frans Bauer-effect geheel in de vingers, maar dan met een fijn deuntje dat best de hele dag in je hoofd mag zeuren.

Verplichte kost
Andere en zwaardere koek vonden we dit jaar bij het tweede album van Atlantis. Gilson Heitinga – het enige studiolid van de band – zet met Misstress Of Ghosts wederom een zware doemsdag-sfeer neer met een mix van postrock, triphop, industrial en metal. Muziek voor de donkere uren van de nacht, om de boze geesten te verdrijven. Wel een album dat tijd en dus geduld nodig heeft, maar voor liefhebbers van NIN en The Godmachine haast verplichte kost.

Om in de verplichte kost en de duistere regionen te blijven, ook uit Nederland en al enige tijd internationaal geroemd is The Devil’s Blood. Op 11-11-11 kwam dit gezelschap – zoals zoveel bands – met de nieuwste release The Thousandfold Epicentre, de opvolger van The Time Of No Time Evermore uit 2009. Dat jaar prijkte The Devil’s Blood al in vele eindlijstjes in de metalpers, maar de moeilijke tweede gaat daar nog makkelijk overheen. Gedreven hardrock die ingefluisterd zou zijn door satan, met klassieke elementen in het geluid verwerkt en een prachtige samenspel van de drie gitaren. Wellicht een van de beste hardrock platen in jaren gemaakt, maar laten we eerlijk zijn, normaliter houd ik mij ver van het genre.

Moeilijke opdracht
Geheel aan het andere eind van het muzikale spectrum zit I Am Oak, maar ook deze Utrechtse band zat met de moeilijke opdracht een sterk debuut te evenaren of te overtreffen. Met de folk geïnspireerde slowcore op Oasem is dat Thijs Kuijken – de singer-songwriter waar deze band op drijft – ook zeker gelukt. Twaalf nummers die hangen tussen Red House Painters en Antony And The Johnsons werken in al hun eenvoud bedwelmend. Met de kleinste middelen, trage gitaarpartijen, subtiele samenzang en spaarzaam maar raak geplaatste strijkers en de toevoeging van enkele elektrische uitbarstingen wordt het debuut On Claws op meerdere vlakken overtroffen. Een plaat voor de rustige avonduren, met een doos tissues binnen hand bereik.

Die tissues zijn dan weer niet nodig bij het tweede album van Death Letters, hooguit om in de oren te stoppen. Genoemd naar een bluesklassieker van Son House, laat dit Zwolse duo op Post-Historic zelf de blues van het debuut achter zich en slaan de weg van de postrock en indiepop op. Nog steeds echter zo energiek als een nest jonge honden waar een rauwe ribkarbonade boven is gehangen. Geen slecht pad dus, dat het tweetal langs …And So You Will Know Us By The Trail Of Dead in de ruigere momenten en in de momenten van rust langs Death Cab For Cutie voert. De kracht, passie en volle overtuiging knallen van deze plaat af, edoch heeft minstens de helft van de band nog energie genoeg over om zich ook te werpen op S As In Assassins.

Lekkere hoek
En ook dit, voornamelijk Rotterdamse, zestal kwam dit jaar met een verrassend debuut. In dezelfde hoek als percussie gedreven indiebands als Grizzly Bear, Menomena en Foals, zijn hier zeven pakkende en zonnige indiepopliedjes te vinden die je al snel mee zult willen gaan zingen. Ingenieuze en gedetailleerde pop met een lekkere hoek, waarin verrassingen voortdurend op de loer liggen. Muziek van een collectief dat dit jaar ook op een ander vlak heeft getoond de kunst van de pakkende popmelodie te beheersen.

Het merendeel van S As In Assassins is namelijk ook actief in Rats On Rafts, misschien wel de muzikale verrassing van het jaar 2011. Het debuut van deze heren leunt erg op de new wave uit de jaren tachtig, maar wel met een geheel eigen en eigentijdse draai daaraan. Toevoegingen van psychedelische elementen, een likje jazz en jaren negentig indiepop maakt The Moon Is Big een geheel eigen potpourri. Een potpourri die onlangs voor de Rotterdamse band de mogelijkheid heeft gecreëerd om van het kleine fijnproeverslabel Subroutine Records naar het grotere Topnotch over te stappen, wat betekent dat het debuut aankomend jaar opnieuw (en nu voor het eerst ook op cd) zal worden uitgebracht. Een mooie stap voor Rats On Rafts en een bevestiging van de fijne neus van Subroutine, die ook het werk van S As In Assassins dit jaar uitbracht (en het voor 2012 al weer een paar mooie releases in de wachtkamer heeft staan).