Humor

Burgemeester Wolfsen: “Ik ben geen mietje!”

31-01-2012 16:10

Aan de vooravond van opnieuw een belangrijk moment in de burgemeesterscarrière van Aleid Wolfsen ontvangt hij ons bij hem thuis. En het moet gezegd, allerhartelijkst. “Gaat u zitten. Kan ik de heren wat te drinken inschenken?” De burgemeester heeft geen wijn in huis en biedt ons de keuze uit twee flessen azijn. Eén uit 1952 en één uit 1960. We verontschuldigen ons dat we niet zo van azijn houden, maar na herhaaldelijk aandringen besluiten we de azijn uit 1960 te proberen. “Een goede keuze”, aldus Wolfsen. “Maar ter zake, waar kan ik de heren mee van dienst zijn?” 

Vervelende situatie
We willen de Utrechtse burgervader aan de tand voelen over de vele kleine en grote relletjes waar hij bij betrokken is. Het lemma ‘Opspraak’ op de Wikipedia-pagina van Wolfsen is uitgebreider dan het lemma ‘Nevenfuncties’ en dat is toch veelzeggend voor een PvdA-baantjesjager. We zijn net aan onze opsomming begonnen als hij de fles azijn omstoot. Het hoogpolig tapijt in de werkkamer van de burgemeester zuigt het goedje op en laat enkel een uiterst penetrante geur achter. “Een zeer vervelende situatie, heren. Mijn excuses.”

De burgemeester zijgt neer in zijn stoel, zichtbaar aangeslagen. “Kunnen we een doekje halen, meneer Wolfsen? Of moeten we even iemand roepen?” Aleid Wolfsen recht zijn rug en zegt: “Nee, nee, ik zal er persoonlijk op toezien dat deze rotzooi opgeruimd wordt. Ik erken dat het hier mijn verantwoordelijkheid betreft. Niet mijn schuld, wel mijn verantwoordelijkheid. Gaat u vooral verder…”

Buikpijn
“Zo u wilt burgemeester, we hadden het over de lange rij schandalen waarbij u bent betrokken. Vindt u dat u nog wel geloofwaardig burgemeester van Utrecht kunt zijn?” Wolfsen kijkt even stoicijns voor zich uit en zegt dan: “Koekje?” Hij haalt een blikken trommel tevoorschijn met koekjes die duidelijk over datum zijn. Driekwart van de koekjes is groen uitgeslagen. Wij slaan het aanbod af. De burgemeester zet evenwel zijn tanden in een bedorven koekje. “Dit is een buikpijndossier dat mij aan het hart gaat”, zegt Wolfsen, “maar ik weet al maanden dat het gaat om een harde kern van zo’n veertig probleembacteriën. Een minderheid. Ik zeg dan ook al tijden tegen de rest van de koekjes dat zij zich niet moeten laten bederven. Mijn vertrouwen in deze Nederlandse koekjes, want het zijn allemaal Nederlandse koekjes in mijn ogen, mijn vertrouwen daarin is onverminderd groot. U kunt dus met een gerust hart uw betoog hervatten!”

Met een hand voor onze mond vragen wij de burgemeester nogmaals naar de vele schandalen. Een lesbisch stel, een homoseksueel echtpaar, een transseksueel, allemaal waren ze hun leven niet zeker in de stad van burgemeester Wolfsen. “Het zijn pesterijen”, zegt hij, “en dat moeten we niet accepteren. Nooit mogen we dat accepteren. Laat ik u dan ook dit zeggen: ik zwicht niet voor pesterijen. Ik laat me niet wegpesten door dit soort kritiek. Ik ben geen mietje.”

Eenmaal buiten hebben wij staan kotsen.

Jeroen Weghs heeft burgemeester Wolfsen na dit interview nog eenmaal gesproken en beloofd dat dit artikel nooit, maar dan ook nooit de drukker zou halen. Het is derhalve verboden deze pagina uit te printen.