Reactie Nationale Academie Media & Maatschappij op kritiek overtuigt niet

11-05-2012 13:00

Woensdag schreef ik over ‘onderzoek’ naar sociale media stress. Mijn conclusie was zwaar: het is kwalijk dat de journalistiek een podium biedt aan ondernemers die angsten over jongeren en nieuwe media aanwakkeren om daarmee geld te kunnen verdienen. Donderdagavond kwam er een reactie van de Nationale Academie, de uitgever van het rapport. In een lange comment gaan de initiatiefnemers in op de kritiek.

Kabouters
De auteurs stellen dat “het onderzoek … heftige reacties” losmaakt en dat hun boodschap “erg gevoelig ligt”. De boodschap – tieners lijden aan stress door sociale media – ligt echter niet gevoelig, maar is onjuist. Het is alsof je in een rapport opschrijft dat kabouters in paddenstoelen wonen en dan zegt dat het onderwerp gevoelig ligt als mensen daar tegenin gaan.

Wat het meest opvalt aan de reactie is de toon. In hun verdediging zijn de auteurs een stuk minder stellig en nemen meer slagen om de arm dan in het rapport. Deze reflectie siert hen, maar doet geen afbreuk aan het absolutisme van het rapport en persbericht. Daarnaast overtuigt hun reactie niet.

Mosterd
Aan de onderzoeksmethode wijden de auteurs in hun reactie 782 woorden. Dat zijn er 661 meer dan in het onderzoeksrapport. Het is fijn dat deze mosterd na de maaltijd nog wordt geserveerd, omdat we hiermee alsnog een beeld krijgen van wat er exact onderzocht is. De auteurs reageren uitgebreid op kritiekpunten van commenters, die ik niet allemaal deel en dus niet bespreek. Er zijn twee belangrijke punten waarop ik in wil gaan.

Volgens de auteurs was de onderzoeksvraag “hoe ervaren jongeren in het bezit van een smartphone met internetverbinding hun eigen sociale media gedrag?” Dit stond niet in het rapport en deze neutrale vraagstelling blijkt ook niet uit het rapport. Dat staat namelijk in het teken van de negatieve effecten van sociale media. Alles erin – de voorgelegde stellingen, de besproken ‘theorie’ – is gericht op het aantonen van sociale media stress. De uitkomst stond van te voren al vast.

Moedwil
In één cruciale zin geven de auteurs toe dat ze de data ook anders hadden kunnen interpreteren, maar er – dus bewust! – voor kozen dat niet te doen:

Wij hebben ervoor gekozen de helft van de jongeren die wel degelijk in meer of mindere mate last heeft van de Sociale Media in de conclusies te benadrukken, terwijl het ook mogelijk was geweest te kiezen om juist de andere helft onder de aandacht te brengen.

Het blijft onbegrijpelijk dat experts die dit zeggen een absolutistisch rapport en hijgerig persbericht hebben geschreven waarin zij de noodklok luiden. Dat brengt ons bij de auteurs zelf.

Werken voor een stichting
De Nationale Academie Media & Maatschappij is inderdaad een stichting en geen bedrijf. Dat neemt niet weg dat de stichting diensten verkoopt. Ze trekken daarvoor docenten aan die daarvoor betaald krijgen. De directeuren zijn… de auteurs van het rapport. De hoofddocenten zijn… de auteurs van het rapport. De masterclasses verwijzen naar… de auteurs van het rapport. De Academie verdient misschien geen geld met dit onderzoek, maar de mensen erachter – Liesbeth Hop en Bamber Delver – doen dat wel.

Saillant detail is dat de Academie na de kritiek een extra pagina aan de website heeft toegevoegd waarop ook de namen van andere docenten staan. Deze pagina bestond woensdag nog niet.

Angst! Paniek!
Het is niet erg geld te verdienen met onderzoek of lezingen – zoals een aantal commenters opmerkt doe ik dat zelf ook. Ik vind het echter wel kwalijk om opzettelijk angsten over jongeren de wereld in te helpen om daarmee jezelf te verrijken.

De auteurs claimen geen “ondernemers in internetangst” te zijn: “In al onze programma’s komen zowel de voors als tegens van de virtuele wereld aan bod.” In het rapport over sociale media stress staat inderdaad een paragraaf over positieve kanten. Zes zinnen gaan over positieve aspecten, maar vervolgens gaat de rest van de paragraaf toch weer over de keerzijde.

De Nationale Academie Media & Maatschappij zegt de jeugd te willen ontwikkelen tot kritische mediaconsumenten. De vele reacties van scholieren die ik kreeg laten zien dat de Academie daarvoor niet nodig is: zij prikken moeiteloos en uiterst mediawijs heen door de kul die de Academie met verve verkondigt. Nu de journalistiek en de overheid nog.