NOS schermt met woorden die hoogleraar nooit gezegd heeft

14-05-2012 14:50

Vorige week raakte de Nationale Academie Media & Maatschappij in opspraak met hun rapport over sociale media stress. Ik schreef een blogpost waarin ik niet alleen het ‘onderzoek’ fileerde en de intenties van de auteurs bekritiseerde, maar ook uithaalde naar de conventionele media die deze PR-stunt als waarheid presenteerden. Met name het NOS Journaal dat een lang en kritiekloos item presenteerde, blunderde. Ook wetenschapsjournalist Maarten Keulemans hekelde in een blog de rol van het Journaal. Zeer terecht, zo blijkt nu.

Betrouwbaar onderzoek?
Het NOS Journaal reageerde aanvankelijk bij monde van adjunct-hoofdredacteur Aletta Oosten, als comment (scrollen). Zij schoof de kritiek terzijde met:

Voor publicatie heeft de NOS de onderzoeksopzet en de resultaten voorgelegd aan een hoogleraar van de Universiteit Twente. Hij noemde de resultaten betrouwbaar en overeenkomstig met zijn eigen kennis op dat gebied.”

Het was toen niet duidelijk welke hoogleraar de NOS had gesproken. Toen de media-aandacht doorzette en ook de kritiek op het Journaal toenam, reageerde hoofdredacteur Marcel Gelauff met een ingezonden brief in de Volkskrant:

Wij hebben het onderzoek van de – overigens non-profitorganisatie – Nationale Academie voor Media en Maatschappij voor publicatie voorgelegd aan professor Van Dijk, hoogleraar ICT en Nieuwe Media aan de Universiteit van Twente. Hij kwalificeerde het onderzoek als betrouwbaar en de resultaten als geloofwaardig.”

Het zou dus gaan om Jan van Dijk. Omdat ik me niet kon voorstellen dat Van Dijk dit gezegd zou hebben als hij het rapport had gezien, heb ik hem om een reactie gevraagd. Vanaf zijn vakantieadres in Italië laat Van Dijk weten dat dat inderdaad niet zo is.

NOS snapt betrouwbaarheid niet
Van Dijk heeft het onderzoek en de vragenlijst nooit gezien, maar de NOS heeft hem – onder embargo – het persbericht en de onderzoeksopzet getoond. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen de vermeende representativiteit, de “boerenkoolpsychologie” achter het onderzoek, het schermen met niet-bestaande aandoeningen zoals ‘FOMO’ en het verwarren van stress en verslaving. Overigens vindt Van Dijk de antwoorden op bepaalde vragen wel geloofwaardig, vindt hij de thematiek belangrijk en is hij voorstander van goed onderzoek hiernaar.

Over betrouwbaarheid zegt hij:

Ik heb het nooit betrouwbaar genoemd, want dat weet ik niet. Wel dat de NOS-journalisten niet weten wat dit woord betekent.”

Duidelijk dus. Hij heeft het onderzoek helemaal niet betrouwbaar genoemd. De NOS gebruikt Van Dijk onterecht als rechtvaardiging van hun eigen slordige werk inzake de Nationale Academie. Die onzorgvuldigheid blijkt ook nog eens uit de wijze waarop met het commentaar van Van Dijk is omgegaan. Niets van zijn kritiek was in de uitzending terug te horen.

Samenvattend
Een stichting lanceert een PR-stunt om aandacht te krijgen voor hun cursussen. De NOS tuint daar in of wil lekker scoren op angst. De NOS reageert arrogant en afwijzend op kritiek, terwijl de journalisten daar de woorden van een hoogleraar – op zijn zachtst gezegd – niet juist hebben begrepen. De NOS doet kortom niet waarvoor zij betaald wordt, namelijk de rol van waakhond vervullen. Ze hadden bijvoorbeeld kritisch het rapport [PDF] van 21 pagina’s kunnen bekijken of in het accreditatiecircus achter de vage stichting kunnen duiken.

Gaat het hier om de effecten van krimpende budgetten in de journalistiek? De manier waarop hoofdredacteur Marcel Gelauff tegen wetenschap aankijkt doet iets anders vermoeden. Uit een schokkend interview met de TU Delft dat toevallig eveneens vorige week verscheen komen we te weten hoe hij denkt over wetenschap: dat is volgens hem ook maar gewoon een mening.

Gelukkig zijn er bloggers.

Maarten Keulemans kreeg eenzelfde reactie van Van Dijk.