Column

De geschiedenis van mijn twitterloosheid

24-01-2012 14:00

Eigenlijk wilde ik stoppen bij 10.000 followers. Gekscherend had ik geroepen dat 10.000 followers een mooie aanleiding zou zijn om twittersabbatical te nemen. Maar met 9.600-enzoveel followers is het ook goed. Mooi geweest: ik stop met intensief twitteren (mijn twitteraccount blijft bestaan, ik zal de links naar DeJaap blijven doorgeven en zal incidenteel wat tweeten, een paar per dag is mijn streven). Niet voor een jaar, maar hopelijk voorgoed. Ondanks al het geweldige wat twitter me heeft gebracht, is twitter, zeker de laatste maanden, meer en meer een nachtmerrie geworden. Nachtmerries heb ik zo ook al, daar heb ik geen twitterverslaving voor nodig. Een verslaving overigens waar ik zelf verantwoordelijk voor ben, daar niet van.

De druppel was het uitgebreide Groenlinks-politieke propaganda-artikel dat Femke Halsema afgelopen zaterdag in de doorgaans redelijk politiek neutrale Volkskrant mocht schrijven. Voor Halsema waren een viertal van mijn 125.000+ tweets reden om eens lekker te gaan framen en woest uit te halen naar al die nare rechtse idioten die zomaar wat roepen over FANTASTISCHE elitepropaganda als Lijn 32 (kijkersverlies tussen aflevering 1 en 2: rond de 400.000). Dat Halsema mij gebruikt als pion in haar verloren strijd voor een ideale samenleving die nooit bestond en nooit zal bestaan is verder prima. Zij heeft evenveel recht op haar illusies als ik op de mijne. Maar dat mijn tweets voor de zoveelste keer van hun context worden losgezongen en worden beschouwd als de zuivere morele waarheid zelve ben ik zat. Spuugzat. Ik ben Wilders niet. Twitter is mijn verbale diarree, niet mijn perswoordvoerder.

Retweet
Problemen met twitter had ik al eerder met een retweet van een doodsbedreiging aan het adres van Geert Wilders. Een verhoor op een politiebureau, overdreven veel media-aandacht een langdurig onderzoek van het O.M. met uiteindelijk een sepot waren het resultaat. Dat kost enorm veel energie, ook als je niet twittert. En veel vaker dan die ene retweet worden mijn tweets contextloos misbruikt door niet gekozen maar ontstane vijanden om mij zwart te maken of op te roepen tot haat en geweld. Het is prima dat ik word gehaat, it comes with the job. Het is ook prima om op ranzige weblogs te worden zwartgemaakt. Soort zoekt soort zal ik maar zeggen. Maar obsessief worden gehaat om enkele jaren oude tweets die, notabene, specifiek voor één persoon zijn bedoeld, nee, dat is mij echt te gortig.

Wat dat betreft zijn me twee dingen duidelijk geworden in de jaren dat ik als een ware junk gretig heb toegegeven aan mijn twitterverslaving: het eerste is dat twitter het open meningen platform werkt als verse poep op vliegen als het gaat om angstaanjagende gekken, psychotische stalkers en andere idioten. Het tweede is dat de media totaal niet meer weten hoe ze met het medium twitter moeten omgaan.

Jeroen Krabbé
Het eerste zal duidelijk zijn. Iedereen kent inmiddels de groeiende populatie gekken op twitter. Het zijn er veel. Dat is niets nieuws, de populatie gekken in Nederland is altijd groot geweest. Ze worden nu alleen massaal zichtbaar en dat is net zo leuk als het zichtbaar worden van de bilspleet bij de loodgieter die uw zwanenhals zit te ontstoppen. Wie wil genieten van al het moois dat onze vaderlandse maatschappij, mede dankzij ons prachtige onderwijs, heeft te bieden moet vooral even een kijkje nemen op het twitteraccount @doodsbedreiging. Daar worden dagelijks alle soorten doodsbedreigingen op twitter geretweet. De conclusie is simpel: voor een gedeelte van de bevolking is een doodsbedreiging inmiddels net zo normaal als een groet. Twitter biedt wat dat betreft voldoende voer voor psychologen en antropologen.

Het tweede punt werd onlangs weer duidelijk toen ene Jeroen Krabbé op een uiterst lullige manier via twitter afscheid nam van zijn “goede vriend” Piet Römer. Zijn tweet werd onmiddellijk op waarde geschat door de ervaren journalisten en duiders van het Parool en de Volkskrant en afgedrukt op de websites van genoemde kranten. Natuurlijk was het een neptweet, één blik op de timeline van de nep-Jeroen in kwestie verklaarde alles, maar het stond al online op de krantenwebsites. De arme Jeroen Krabbé (dichter, acteur, schilder, ridder, Godheid, vader van, concurrent van Ivo Niehe) moest het ontgelden, net als de beschaamde internetredacties van Volkskrant en Parool die het onderwerp werden van terechte hoon ende spot.

Neptweets
Bovenstaand geval van neptweeten was vrijwel onschadelijk en hooguit hilarisch maar veel erger wordt het wanneer fake twitteraccounts worden aangezien voor echte accounts en er ook op dusdanige wijze wordt gehandeld naar de boodschappen in de tweets. Op die manier kwamen verschillende BN’ers al eerder met dubieuze uitspraken op de site van de Telegraaf terecht en in sommige gevallen leidde dat tot bedreigingen of serieuze imagoschade. Nou is er een hoop te zeggen over wat wel en wat niet grappig is met nep-twitter-accounts, maar er is hoe dan ook weinig tegen te doen. Fake accounts zullen altijd blijven bestaan en zelfs met wetten en regelgeving, zoals bijvoorbeeld advocate Benedicte Fiq wil, is het onmogelijk om fake accounts te verdrijven.

Het is vooral de media die moet leren omgaan met twitter. Het kost wellicht wat extra checkwerk, en dat is al snel te lang voor nieuws dat van social media komt, maar vaak is te zien dat het om een nepaccount gaat. Ondergetekende stonk onlangs ook in een fakeaccount en wond zich nodeloos op over de tweet van een politicus, wat bijna leidde tot een al even opgewonden publicatie, tot ik zag dat het aantal volgers wel erg laag was voor een bekend politicus. Een blik op de timeline met daarin vooral quasigrappige tweets deed de rest.

Wilders
Maar op de een of andere manier is ook voor de reguliere media het begrip twitter wat moeilijker te vatten. Zijn ze normaal heel secuur met checken en dubbelchecken, als het om twitter gaat is elke tweet meteen waarheid. Met alle gevolgen van dien. Hoe moeilijk kan het zijn om even de betreffende persoon in kwestie te bellen met de vraag of het echt waar is dat hij zijn kinderen heeft verkracht of dat zij gratis geld gaat uitdelen aan fans?

Dat is trouwens niet zo heel gek als je je bedenkt dat iemand als Geert Wilders uitsluitend via Twitter communiceert. Het wordt dan lastig om twitter als platform voor eigenlijke elke soort van onderbuik-oneliner te zien. Wat Wilders twittert is een officieel communiqué van de PVV. Vroeger heette dat een persbericht, nu heet het een tweet.

Zelfhaat
Hoe dan ook, voor mij is het twittertijdperk in ieder geval wel even voorbij. Ik heb op twitter een alter ego gecreëerd dat groter werd dan mijn werkelijke ego. Op twitter was ik degene die alles schreeuwde, het tegenwicht tegen de bedeesde en decente degelijke persoon die ik in het werkelijke leven ben. Maar het groeide me boven het hoofd. Voor veel mensen was twitter duidelijk meer dan een spelletje of een platform om te experimenteren met groteske meningen en alter ego’s. Voor velen was twitter de waarheid, een waarheid die niet altijd even goed was te bevatten. Voor mij was het een eenvoudige wijze om een rel te schoppen, een te snel medium waar het onmogelijk is géén ruzie te krijgen, een grenzeloos vehikel om dingen te zeggen waar mensen letterlijk van over de rooie kunnen gaan (soms jarenlang met angstaanjagende obsessies als gevolg), een machine die al dan niet ironische bedoelde woede of al dan niet eloquente lompe scheldpartijen opwaardeerde naar totale psychologische oorlogsvoering.

Zoiets leidt uiteindelijk altijd tot haat. En veel erger: tot zelfhaat. Zelfhaat is van alles wat dodelijk vermoeiend is, het dodelijkst. Wie niet meer in de spiegel kan kijken zonder het gevoel te hebben een marathon te hebben gelopen doet de verkeerde dingen.

Uitslapen
Ik ben moe. Dodelijk vermoeid. Door nog langer op twitter te zitten vrees ik nooit meer te kunnen slapen. Tussen het bijslapen door zal ik af en toe een oprisping naar buiten boeren. Met mijn bevriende contacten zal ik blijven DM’en en meelezen met anderen zal ik zeker. Want ondanks alles zal twitter altijd een enorme bron van nieuws, vermaak, vriendschap en kennis blijven. En aan die bron wil ik me graag blijven laven.

Maar dan wil ik wel eerst uitgeslapen zijn.

Bert Brussen twittert nog een paar tweets per dag maar leest geen @replys meer. Facebook daarentegen, dat gaat nog eens heel groot worden.